CVI, oftewel Chronische Veneuze Insufficiëntie, is een chronische aandoening die gerelateerd is aan - of veroorzaakt wordt - door aderen die beschadigd zijn of een afwijking hebben.
CVI is een veel voorkomende progressieve aandoening. Vroege symptomen zijn een zwaartegevoel, soms in combinatie met een lichte vochtophoping (oedeem), meestal in de benen. Wanneer de aandoening vordert, ontstaan er spataderen. Als deze niet worden behandeld, kunnen deze spataderen vergroten en verergeren. Als gevolg daarvan worden de symptomen ook ernstiger; er ontstaan meer klachten, oedeem en pijn.
Wanneer de bloedstroom in de aderen vertraagt, dan vertraagt ook de terugkeer van bloed naar het hart. Dit kan leiden tot een bloedstolling die diep veneuze trombose (DVT) en longembolie (LE) kan veroorzaken. Een ander mogelijk gevolg is chronische veneuze insufficiëntie (CVI). Deze aandoening kan op zijn beurt leiden tot huidveranderingen, spataderen, vochtophoping (oedeem) en uiteindelijk een wond (ulcus cruris).
Het hebben van een ulcus cruris heeft een grote impact op het dagelijkse leven. Deze wonden kunnen werken en actief zijn moeilijk of zelfs onmogelijk maken.
Zonder de juiste behandeling kunnen de potentiële gevolgen van chronische veneuze insufficiëntie leiden tot langdurige invaliditeit en een belangrijke sociaaleconomische en psychologische impact hebben.
Door de mogelijke ernstige gevolgen van chronische veneuze insufficiëntie is het zeer belangrijk om tijdig de juiste diagnose te stellen. Het probleem zal niet verdwijnen, dus hoe eerder de diagnose wordt gesteld en de behandeling begint, hoe lager de kans op extra complicaties wordt.
Er zijn verschillende behandelingsmogelijkheden die apart, of in combinatie, kunnen worden gebruikt om chronische veneuze insufficiëntie te behandelen.
Compressietherapie in het bijzonder wordt beschouwd als de basis van de behandeling van chronische veneuze insufficiëntie. Compressieverbanden en -kousen voeren druk uit op de benen en helpen zo de bloedstroom in de aderen te verbeteren. Doordat de kleppen beter sluiten wordt het terugstromen van bloed voorkomen. Toch is in sommige gevallen compressietherapie alleen niet voldoende en kan een chirurgische ingreep noodzakelijk zijn.